• Reglement zaalwacht

    Belangrijke informatie voor zaalwachten en scheidsrechters zaalseizoen

    RvW 4.6 Uitvoeringsbesluit gebruik klok zaalwedstrijden
    Het Bondsbestuur heeft in zijn vergadering van 22 augustus 2011 het volgende uitvoeringsbesluit vastgesteld ten aanzien van het gebruik van een klok bij wedstrijden in de zaalkorfbalcompetitie.

    1. Deze regeling geldt voor alle zaalwedstrijden, waarbij een voor ieder zichtbare klok, die secondengewijs de nog te spelen speeltijd aangeeft en op of nabij het elektronisch scorebord gebruikt wordt, functioneert en die door of namens de zaalcommissaris wordt bediend. Deze regeling geldt niet voor wedstrijden in de Korfbal League, reserve Korfbal League, hoofdklasse en reserve hoofdklasse senioren, overgangsklasse senioren en hoofdklasse A-jeugd.

    2. De klok wordt bij de volgende situaties stil gezet:
    a. nadat de scheidsrechter het T-teken en het fluitsignaal voor het begin van de time-out (par. 3.1b spelregels) heeft gegeven;
    b. nadat de scheidsrechter het spel door een fluitsignaal heeft onderbroken, voor de vervanging van een speler door de coach of de aanvoerder (par. 3.1c spelregels) of voor de toegestane vervanging in verband met een blessure (na de eerste vier spelervervangingen; par. 3.1c spelregels);
    c. op aangeven van de scheidsrechter indien er naar zijn mening sprake is van niet tot het spel behorend oponthoud (par. 3.1a spelregels); het aangeven geschiedt met het scheidsrechtersgebaar, als bedoeld voor de toepassing van par. 3.1a van de spelregels;
    d. op aangeven van de scheidsrechter indien er naar zijn mening sprake is van ophouden van het spel (par. 3.6g). Het aangeven geschiedt met het scheidsrechtersgebaar, als bedoeld in par. 3.6g van de spelregels.

    3. De klok wordt weer in werking gesteld wanneer de scheidsrechter bij de situaties, als vermeld onder punt 2, door een fluitsignaal het spel hervat en eenzelfde scheidsrechtersgebaar maakt.

    4. De klok wordt – iedere speelhelft - één minuut voor tijd stil gezet.

    5. Indien er geen klok, als bedoeld in punt 1. van dit besluit, aanwezig is of indien er wel zo’n klok is maar er niemand is om deze te bedienen, dan geeft de scheidsrechter aan de coaches, aanvoerders en spelers duidelijk aan wanneer hij de klok stil zet. Dat zal met name betrekking hebben op de punten 2c. en 2d. van deze regeling.

    6. De scheidsrechter geeft – iedere speelhelft - met een gebaar aan wanneer er nog één minuut te spelen is. Het gebaar betreft het opsteken van een arm en hand met de wijsvinger omhoog.

    7. Vóór aanvang van de wedstrijd gaat de scheidsrechter na of de zaalcommissaris op de hoogte is van dit besluit. Is dat niet het geval dan geeft de scheidsrechter de zaalcommissaris de nodige instructies.

    8. Dit besluit treedt in werking per 1 september 2011.

    bron: www.knkv.nl
     


    Bijlage A, Richtlijnen voor zaalwacht
    In artikel 42 van het reglement van wedstrijden wordt bepaald dat de thuisspelende verenigingen bij het spelen van wedstrijden een meerderjarig lid van het KNKV als zaalwacht aanwijzen en dat deze zorgen voor het goede verloop van de wedstrijden. In gevallen het een bijzondere of beslissingswedstrijd betreft kan het Bondsbestuur deze taak opdragen aan een andere of één van de verenigingen die bij deze beslissingswedstrijd is betrokken.

    1. Herkenbaarheid
    De zaalwacht moet herkenbaar zijn aan een rode band, welke hij/zij om de linker bovenarm draagt, dan wel door een badge met het woord “wedstrijdcommissaris”. De zaalwacht is altijd op of in de directe nabijheid van de speelvloer bereikbaar. Onder de directe nabijheid wordt eveneens verstaan een eventuele aanwezige regiekamer. Indien een zaalwacht vanuit een regiekamer zijn of haar werk doet zal deze regelmatig worden verlaten(zeker in geval van onregelmatigheden) om op de speelvloer de controlerende werkzaamheden te verrichten en als aanspreekpunt te fungeren voor de scheidsrechter.

    2. Aanwezigheid
    De zaalwacht moet tenminste een kwartier voor aanvang van de eerste wedstrijd aanwezig zijn en verder zolang, als de uitoefening van zijn functie, in bijzonder met betrekking tot het hieronder bij punt 4a vermelde, dit noodzakelijk maakt.

    3. De zaalwacht moet op de hoogte zijn van:
    a) Het wedstrijdprogramma
    b) De namen van de aangewezen scheidsrechterofficials
    c) De plaats van de verbandtrommel(bereikbaarheid, sleutels)
    d) De eisen welke ten aanzien van het toegestane schoeisel op de speelvloer gelden.
    e) De plaats, waar zich het spelmateriaal bevindt.
    f) De plaats van de telefoon en van de nummers welke eventueel nodig zijn als zich een ongeval voordoet.
    g) De gang van zaken met betrekking tot het eventuele gebruik van scorebord en/of systeem met automatische tijdsignalering. Zie hiervoor de tekst van het uitvoeringsbesluit gebruik klok zaalwedstrijden”.
    h) De naam van de vereniging of de persoon, die eventuele entree controle uitvoert.

    4. Taken van de zaalwacht
    De zaalwacht is verantwoordelijk voor een goed verloop van de wedstrijden gedurende de vastgestelde tijden dat er competitiewedstrijden worden gespeeld of andere door het KNKV georganiseerde wedstrijden te aanzien van de volgende punten:

    a)Naleving van de voorschriften, welke met betrekking tot het gebruik van de hal door de verhuurder zijn gesteld( bijvoorbeeld: plaatsing en opbergen materialen, gebruik van was- en kleedlokalen, toegestaan schoeisel op de speelvloer en afsluiting van het gebouw).

    b)Toezicht op de gang van zaken met betrekking tot de entreecontrole(indien van toepassing).

    c)Spelmateriaal(ballen, ballenpomp) en verbandtrommel(inhoud/controle)

    d)Ontvangst van de aangewezen scheidsrechterofficials.
    e)De zaalwacht deelt de scheidsrechter vóór aanvang van de wedstrijd mee hoe laat de wedstrijd uiterlijk moet worden beëindigd. De scheidsrechter dient zich hier aan te houden.

    f)Indien gebruik wordt gemaakt van een klok op of in de buurt van het elektronisch scorebord die de nog te spelen tijd aangeeft, dan stemt de zaalwacht het gebruik hiervan af met de scheidsrechters en instrueert de bediener de correcte toepassing van het onder 3g genoemde uitvoeringsbesluit.

    g)De zaalwacht wijst de scheidsrechters beoordelaar desgevraagd een plaats toe op speelvloerniveau c.q. veld, zodanig dat deze zijn/haar taak naar behoren kan uitvoeren. Dit geld ook voor persvertegenwoordigers.

    h)Aan aangewezen scheidsrechterofficials en officiële bezoekers worden namens het KNKV geen consumpties verstrekt.

    I)In voorkomende gevallen stelt de zaalwacht desgevraagd een stel gele en rode kaarten beschikbaar aan de scheidsrechter. Dit kan zijn wanneer de scheidsrechter de kaarten heeft vergeten of wanneer een wedstrijd wordt gefloten door een door de vereniging aangewezen scheidsrechter, die niet in het bezit is van kaarten. De zaalwacht dient er op toe te zien dat de kaarten na afloop van de wedstrijd weer worden ingenomen.

    5. De zaalwacht moet beslissen in de volgende gevallen

    a)Wanneer een korfbalwedstrijd te laat begint en niet volledig uitgespeeld kan worden(zie art. 11 RvW). In dat geval wordt de tweede speelhelft ingekort met de tijdsduur die ligt tussen de vastgestelde en de werkelijke aanvangstijd.

    b)Wanneer een scheidsrechter op het vastgestelde aanvangsuur niet aanwezig is en er geen lid van het KNKV is, dat bevoegd is en bereid is de wedstrijd te leiden, dan wijst de zaalwacht een lid van het KNKV als scheidsrechter aan. Voor het leiden van junioren- en seniorenwedstrijden moet betrokkene 17 jaar of ouder zijn.(zie art. 30 RvW) . Wanneer een wedstrijd niet wordt gespeeld kan de uitspelende vereniging deze kosten verhalen op het KNKV. In voorkomende gevallen kan de dienstdoende vereniging hiervoor aansprakelijk worden gesteld. Dit is ook van toepassing, wanneer de scheidsrechter door een blessure of om andere redenen niet in staat is om de wedstrijd verder te leiden.

    c)Wanneer er zich situaties voordoen, die niet zijn voorzien.

    6.De zaalwacht moet tot zijn beschikking hebben
    a) Het wedstrijdprogramma
    b) Indien nodig sleutels van EHBO – kist, materiaalhok enz.
    c) Een stel gele en rode kaarten
    d) Formulieren ten behoeve van tuchtzaken
    e) De laatste versie van de reglementen, bestuur- en uitvoeringsbesluiten.

    7.De zaalwacht informeert

    De zaalwacht informeert via zijn vereniging het KNKV over situaties, die niet in overeenstemming zijn met het KNKV – reglementen, waaronder bepalingen die zijn vermeld in deze richtlijnen.

    8.Per hal kunnen nog aanvullende bepalingen gelden
    a) Hoeveelheid spelmateriaal.
    b) Statiegeld bij gebruik van dure zwachtels
    c) Melden van uitslagen ( gemaakte afspraken tussen verenigingen)
    d)Wijze van controle op entreegelden (indien van toepassing).

    Ook wordt door Korfbal vereniging Tilburg verwacht dat de zaalwacht:

    a) De scheidsrechter ontvangt en de kleedkamer wijst.
    Vraagt of hij/zij iets te drinken wil onder de rust en hiervoor zorg draagt. En er op hem/haar vertellen dat hij/zij na de wedstrijd nog iets kan nuttigen in de kantine op kosten van de vereniging.
    b) De kleedkamer controleert of er niets vernield is en of de personen die in de kleedkamer zijn daar ook aanwezig mogen zijn.
    c) Aan het einde van de dag controleert of er geen spullen vergeten zijn.
    d) Het afval dat op de tribune is achter gebleven opruimt.

    bron: www.knkv.nl