Kent u dat nog van vroeger, korfballen in de ‘Micro’? In zo’n zaaltje, weet je wel, zonder wind en regen. Dat deden we lang geleden, voordat het enge virusje onze kant op kwam. Ik moest mezelf enkele keren laten knijpen want zaterdag jl. mochten we dan toch echt weer eens aantreden in de ‘Westerhell’. Voelde als een eeuwigheid geleden. ‘Feels like coming home’, of andere sentimentele leuzen. Hoe dan ook, we mochten aantreden tegen de ‘Mianezen’. Nee, niet de ‘Milanezen’, met Zlatan Ibrahimovic en zijn makkers, maar een stel korfballers uit Amersfoort. Bijna hetzelfde, alleen de tenues wijken af. We wisten van tevoren niet bijzonder veel van deze ploeg, dus konden vandaag ongehinderd door diepgaande kennis van onze tegenstander lekker ‘bleu’ aantreden. Enerzijds super fijn natuurlijk, dat we eindelijk weer in de zaal mochten. Tegelijkertijd heel dubbel, want we wisten allemaal wel dat dit met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de laatste korfbalwedstrijd zou zijn die we de aankomende tijd zullen spelen. Weer dat vervelende virusje.
Afijn, het credo was dan ook: laten we er dan maar van genieten en laten we vooral zien wat we waard zijn. Het begin van de wedstrijd leken we nog wat te ‘relaxed’. Aanvallend zat de scherpte er nog niet in. Matige passes, slappe duels, afwachtend. We hobbelden een beetje achter MIA aan. Het verschil was maar klein, maar MIA begon feller aan de wedstrijd dan wij en daar betaalden wij de rekening voor.
Halverwege de eerste wedstrijd komt er wat meer ‘schwung’ in ons spel en daarmee lopen we in. Door meer strijd te leveren tegen de fysiek sterke Mianezen troeven we ze meer en meer af, wat ervoor zorgt dat de ruststand op 10-10 vastgesteld wordt. We hebben dan ook het gevoel dat we de bovenhand in de pot hebben. Na rust doortrekken, inpakken, en wegwezen.
Maar zo makkelijk is het natuurlijk nooit. Hoewel, na rust gaan we een versnelling hoger spelen en onze kansen over verschillende schijven zoeken. MIA heeft moeite om verdedigend grip te houden en we scoren makkelijk. MIA blijft enige tijd droog staan en halverwege de tweede helft raken we het verschil van zes doelpunten in ons voordeel aan. Nogmaals, dan denk je: inpakken en wegwezen. Maar dan zakken we terug. We gaan verdedigend foutjes maken en MIA voert met een aantal wissels de druk op; verdedigend gaat het kraken aan onze kant. MIA maakt slim gebruik van haar lange dames en vindt de scherpte; stukje bij beetje lopen ze in omdat wijzelf verzuimen mee te scoren.
De wedstrijd duurt dan eigenlijk ook iets langer dan voor ons goed is. MIA komt met nog twee minuten op de klok op gelijke hoogte. Ook wij voeren onze wissels door; Duracell kunnen we op dat moment goed gebruiken, en ook female Ceasar krijgt nog een kans om het beslissende doelpunt te maken. De laatste twee minuten zijn bijzonder spannend. Mooiboy was omgekocht door een Amersfoorts gokkantoor, we komen zelfs één achter. Nog minder dan een minuut om gelijk te maken, en hopelijk meer. Hijgende tijger en Milène smeden een plannetje. Heer van hijgende tijger heeft het door en coacht zijn vakgenoot om vooral niet te dicht op Milène te verdedigen, daar hij er achter is. Dame MIA besluit desondanks haar eigen plan te trekken, waardoor plannetje werkt en Milène de gelijkmaker scoort uit een doorbraak. Op dat moment ruiken we de kans om misschien nog voor de volle buit te gaan. MIA krijgt nog een kansje, Tilburg nog een halve kans, einde wedstrijd, 23 - 23.
Sja, wat moet je dan zeggen. Als je met één minuut op de klok achter staat en alsnog gelijk maakt, ben je in zekere zin opgelucht. Maar als je met 15 minuten op de klok zes doelpunten voor staat baal je stierlijk als je dat alsnog weggeeft. Het laatste gevoel overheerst; we hadden deze pot veel volwassener uit moeten spelen.
Ach, voor nu ga ik er vanuit dat deze pot een wedstrijd om des keizers baard was, zoals men dat zo mooi zegt. Alles gaat nu drie weken op slot. Ik ga er niet vanuit dat de competitie dan doorgaat, als niemand kan trainen. En die drie weken… Dat worden waarschijnlijk minstens drie maanden. Ik zou het graag zonniger zien, hoop van harte, maar reken niet meer op een zaalcompetitie dit seizoen.
Laten we het maar positief insteken: één wedstrijd is beter dan géén wedstrijd.